Publicaties
 
                
                                               
                
                 
                
Vox Humana 22e jaargang - nummer 1 - volume 85 – januari 2011 
                
 
 
Het Duits Harmonium: een herwaardering (3)
 
 
Toonvorming en expressiviteit -1 
 
 
Klaas Hoek
 
 
  
 
  
 
Inleiding en samenvatting 
 
In de vorige aflevering heb  ik een oproep gedaan  aan de lezers  om  informatie per mail  aan mij door te geven over  zuigwindharmoniums voorzien van een expression-inrichting. De bedoeling hiervan is dat een bestand opgebouwd kan worden van firma's die dit type instrument hebben gebouwd en  een beeld verkregen kan worden van de diversiteit in bouw.
Enkele lezers hebben hierop  gereageerd. Hiervoor dank.  In een volgende aflevering  wordt deze informatie verwerkt.
De oproep blijft nog altijd van kracht. Diegenen die niet gereageerd hebben en  die in bezit zijn  van een zuigwindharmonium met expression, vraag ik nogmaals   om informatie toe te sturen (bij  voorkeur naam bouwer, dispositie en indien mogelijk een foto en serienummer, te sturen naar info@windharmonium.nl).
Dit artikel gaat over toonvorming  en expressiviteit: over het ontstaan en verdwijnen van een toon en de mogelijkheden die de harmoniumspeler heeft om dat proces te beïnvloeden. Aan de hand van een  praktijkvoorbeeld  illustreer ik welke mogelijkheden het zuigwindharmonium met expression  heeft op het gebied van expressiviteit van de enkele toon. 
Ten slotte  wordt  dit samengevat in een algemene beschrijving.
 
 
 
Expressiviteit van de enkele toon in "Das alte Jahr vergangen ist" 
Om de toepassing van differentiatie in  toonvorming en articulatie voor een expre ssief spel te illustreren heb ik het begin genomen van  de koraalbewerking 'Das alte Jahr vergangen ist'  BWV  614 van J. S. Bach.
Dit koraal is geschreven voor een twee-manualig orgel met  zelfstandig pedaal en behoort tot de zogenaamde versierde koralen; dat wil zeggen koralen  waarvan de melodie expressief is uitgewerkt. Over de opvattingen om dit koraal op harmonium te spelen en de gevolgen ervan voor de uitvoeringspraktijk, wil ik nu niet ingaan.  In dit kader gaat erom hoe toonvorming en articulatie gehanteerd worden en of dat hoorbaar is. 
Voor de uitvoering van het koraal heb ik een Mannborg-harmonium genomen met double expression  (serienummer 20959  , bouwjaar 1911). Het instrument is voorzien van  Amerikaanse tongen. Voor de klankkleur heb ik de Waldhoorn 16'genomen in de discant en de   Fagott 16 in  de bas. De Waldhoorn is een register die bij Mannborg uitgevoerd is met drukwindtongen.  Deze tongen worden bij het ontstaan van de toon aangeblazen via onderdruk, dat wil zeggen dat ze worden aangezogen. Door de bouw van de tongen en de zuigwindconstructie heeft dit register een toon die dynamisch heel beweeglijk is en die  sterk reageert op de wijze waarop het ventiel geopend en gesloten wordt.   
De tremulant is dusdanig ingesteld dat bij gemiddelde druk, deze  op een bescheiden wijze gaat functioneren.  De Forte Expressiv is uitgeschakeld omdat deze niet werkzaam is op de Waldhoorn. 
 
 
 
 
      
 
Ten aanzien van  de toonvorming en articulatie in de eerste maat het volgende (de onderstaande cijfers  verwijzen naar de cijfers in het notenvoorbeeld):
1. Bij het begin wordt de toets a1 ingedrukt voordat geademd  (getrapt) wordt. De dynamiek is oplopend van pp naar mp.  Aan het einde van de kwartnoot is er een overgangsdynamiek van mp naar p om zo de volgende toon beter naar voren te laten komen.  Het ademen gebeurt via de linkervoet. De tremulant is zo ingesteld dat  deze tussen piano en mezzo forte  actief wordt.
2. De toon a wordt niet opnieuw aangeslagen maar  overgebonden naar de volgende toon a.  Articulatie vindt plaats door articulatie in de ademsteun (het naar voren laten komen van een toon, "hervorheben"zoals Riemann dat noemt) via de rechtervoet, echter  dusdanig dat de linkervoet nog steun geeft aan de toon. De dynamiek is van pp naar mf (een licht en vrij langzaam sforzato) en afbouwend naar p om zo ruimte te geven aan de inzet van de middenstem. Duidelijk is te horen dat bij  toename van de druk, de klankkleur verandert,  'scherper' wordt.
3. De inzet van de middenstem is week via een trage aanslag; vervolgens is er een licht crescendo ter voorbereiding van de volgende toon en  de beweging van zestienden
4. De toon g wordt licht explosief aangeslagen, gecombineerd met een plotselinge extra druk in de ademsteun, waardoor deze toon naar voren komt en in de aanspraak een lichte attack ontstaat.  De volgende zestienden worden legato gespeeld met een licht afnemende luidsterkte zodat de toon e in de sopraan en de daaraan gekoppelde  triller  (5)    "mild und leise"  ingezet kunnen worden.  Via ademsteun worden de vier zestienden gegroepeerd in tweeën met Seufzer-karakter. Bij de inzet  van de triller op de toon e, wordt de ademsteun zeer licht gehouden. Om de triller richting te geven is er een licht crescendo.
Tijdens de triller, bij  de inzet van de baslijn, is er een lichte breking tussen bas en middenstem om accentvorming te voorkomen, zodat  de richting die aan het melodisch verloop via een crescendo gegeven wordt,  voldoende aandacht blijft krijgen. Door de richting wordt de aandacht vervolgens geleid naar de toon a  (met  mordent) in de melodie. De hoofdnoot van de versiering (6) krijgt bij de aanspraak een zeer lichte extra ademsteun om sneller aan te spreken en om  iets naar voren te kunnen komen.
 
Met dit voorbeeld  heb ik aan willen tonen dat op een klein gebied, binnen een maat, door middel van aanslag en ademsteun, veel nuances aangebracht kunnen worden wat betreft toonvorming,  dynamiek,  articulatie en dat deze nuances naast dat ze  hoorbaar, ook  beheersbaar zijn. 
Ik besef dat voor een groot gedeelte van de lezers, los van het probleem van beschikbaarheid van een instrument waarop dit te realiseren is, uitvoeringstechnisch zo'n koraal  op deze wijze niet of nauwelijks te spelen is. Het vereist  een zekere  kundigheid en bekwaamheid.  Dat neemt  niet weg dat de gegeven  informatie van belang is. Niet alleen vanwege  de ontwikkeling van het besef dat een zuigwind harmonium met expression een zeer verfijnd expressief instrument kan zijn. Ook omdat een gedeelte van de speelmanieren  die in dit artikel beschreven worden,  op sommige zuigwindharmoniums zonder expression op vereenvoudigde wijze  te realiseren is.  En, wellicht het belangrijkste  maar dan uitsluitend voor diegenen die affiniteit hebben met deze  wijze van expressie, voor het cultiveren van  een  smaak voor een expressiviteit die duidelijk  raakvlakken heeft met hoe in  het begin van de  20ste eeuw gezongen en gemusiceerd is
 
 
  
 
Toonvorming: theoretisch en praktisch  
In de navolgende beschrijving van de  mogelijkheden om de toon te beïnvloeden bij een zuigwindharmonium met expression  worden  slechts hoofdlijnen weergegeven. Allerlei details en bijzonderheden zijn weggelaten  vanwege  de omvang van dit artikel en omdat die details beter  op een andere wijze  besproken en geïllustreerd kunnen.
De harmoniumspeler  heeft drie mogelijkheden om de toon te vormen en te "kneden". 
 Allereerst betreft het  de wijze waarop het ventiel wordt geopend en gesloten (c.q. de toets wordt ingedrukt en losgelaten).  Hierin zijn globaal genomen vier mogelijkheden te onderscheiden: een normale, een weke opening,  explosieve opening en een weke sluiting. Bij de weke opening (of sluiting)  kan nog onderscheid gemaakt worden tussen een in snelheid stabiele opening  of een opening  die  in snelheid toe- of afneemt. 
De tweede beïnvloeding betreft de ademsteun.  De ademsteun kan gelijkmatig zijn, dat wil zeggen dat in een stabiele ademsteun, zonder wijziging van druk een toon wordt geproduceerd. Een volgende mogelijkheid is dat  de ademsteun een oplopende druk kent en dat daarin de toon wordt geproduceerd.  Een derde mogelijkheid is die waarbij op het moment dat een ventiel wordt geopend, tijdelijk extra (veel of weinig) druk  wordt gezet.  Dit is  te combineren met  de voorafgaande mogelijkheden.  Een laatste mogelijkheid is die waarbij de druk bij  de totstandkoming van de toon afneemt.
Ten slotte is via de double expression de marge te regelen; bijvoorbeeld weinig marge in ademsteun gekoppeld met veel druk of  veel marge met weinig druk. 
 
Om de toonvorming te illustreren heb ik het begin van het koraal "Wie schön leucht't der Morgenstern" uit opus 153a van Max  Reger genomen.  Om te illustreren dat toonvorming ook van belang kan zijn voor zuigwindharmoniums zonder expression, wordt het voorbeeld gespeeld op een Mannborg- harmonium (serienummer 29010, bouwjaar ca. 1917) bij uitschakeling van de expression. Gespeeld wordt dus met inschakeling van de magazijnbalg.   Door deze inschakeling is  de toonvorming minder effectief te sturen, toch is er  een dusdanige dynamiek en  inwendig leven,  dat  een specifieke expressiviteit ontstaat.
Gespeeld wordt in de bas op een Bourdon 16' en Subbass 16'; de baslijn wordt in de linkerhand verdubbeld.  Voor de diskant zijn de Waldhoorn 16' en Klarinette 16'genomen; de rechterhand wordt een oktaaf hoger gespeeld dan genoteerd.
Onder de baslijn staat aangegeven op welke wijze het ventiel geopend wordt en hoe ademsteun wordt gegeven.
Klaas Hoek