Publicaties
 
                
                                               
                
                 
                
Vox Humana januari 2012
                
 
 
 Het Duits harmonium: een herwaardering 
 
Aflevering 6: instrumenten-2 
 
  
 
In deze serie artikelen over het Duits zuigwindharmonium  voorzien van een expressioninrichting heb ik in de tweede aflevering een globale beschrijving gegeven van de instrumenten waar het over gaat. Dit artikel is een aanvulling op  die aflevering. 
Vooraf wil ik echter een korte samenvatting geven van de geschiedenis van het Duits zuigwindharmonium met expression en de speelwijze. Het is een samenvatting van een gedeelte van de vorige afleveringen.
 
 
Expressioninrichting 
 
In Duitsland zijn zuigwindharmoniums gebouwd vanaf ongeveer 1890.  Vanaf 1900 zijn enkele van die instrumenten voorzien van een expressioninrichting. 
 Na ongeveer 1910 bouwen sommige firma's ook instrumenten met double expression.  
Voor zover bekend zijn dat de  firma's   Mannborg, Hörügel, Schiedmayer, Lindholm.
Exacte cijfers over aantallen instrumenten voorzien van een expressioninrichting zijn niet bekend. 
De inschatting is dat het om een zeer klein percentage gaat van de gebouwde instrumenten. Eveneens is het onduidelijk hoeveel er bewaard zijn gebleven.
 Mijn inschatting is dat er minder dan honderd zuigwindharmoniums nog bestaan met een double expressioninrichting; het merendeel betreft instrumenten van Mannborg en Lindholm.
 Er zijn diverse soorten expressioninrichtingen ontworpen.
  In deze serie artikelen hanteer ik de term expressioninrichting uitsluitend voor die inrichtingen waarbij de magazijnbalg volledig afgesloten wordt en de tongen  uitsluitend tot klinken  gebracht worden op een directe  wijze, dat wil zeggen direct via de schepbalgen. De term double expression wordt uitsluitend gebruikt voor  die expressioninrichting waarbij  via de luchttoevoer  diskant en bas afzonderlijk in dynamiek te regelen zijn en ook weer: zonder gebruikmaking van  de magazijnbalg.   
Vaak wordt de expressioninrichting van een zuigwind-  vergeleken met die van een drukwindharmonium.  
De conclusie hierbij is dat de effectiviteit van de inrichting bij een drukwindharmonium groter is in dynamisch bereik dan bij een zuigwindharmonium.  Het bespelen van een zuigwindharmonium met expression leidt vaak tot teleurstelling. Het leidt tot kwalificaties  als  'mislukt concept', 'het instrument functioneert niet'.   Enerzijds komt dit omdat veel van die instrumenten in slechte staat  of niet goed gerestaureerd zijn, anderzijds komt dat door een verkeerde speelwijze.
Mijn opvatting is dat de effectiviteit van een expressioninrichting bij een zuigwindharmonium met (double) expression  vooral daarin ligt dat  de speler kleuring kan geven aan het ontstaan van de toon en vervolgens richting aan die toon. Als  je  op deze manier speelt pas je het expressionspel veelmeer toe als  een vorm van articulatie in de ademsteun en kleuring van de toon  dan als  een dynamische parameter.  
Mijn ervaring is dat het  zuigwindharmonium met expression veel wendbaarder en expressiever is in het articuleren en kleuren van de toon dan het drukwindharmonium. 
Dat instrument is vanuit  die optiek een minder wendbaar instrument.  Daar staan echter andere kwaliteiten  tegenover:  een toon  die meer naar buiten gericht is en een groter dynamisch bereik heeft.
 
 
 
Expression en zangcultuur 
 
In deze serie artikelen maak ik regelmatig een vergelijking tussen de ademhalingstechniek bij het harmonium met die bij zangers.  De articulerings- en kleuringstechnieken die ik voorsta bij het  zuigwindharmonium met expression 
zijn te vergelijken met die van de  belcantostijl die rond 1900 aan het verdwijnen is. Van de laatste vertegenwoordigers van die stijl bestaan enkele vroege audio-opnames. 
 Zo'n voorbeeld is de  opname van "The Last Rose of Summer" gezongen door de  zangeres Boronat. Luister vooral naar  hoe zij controle heeft over ademsteun, 
 de tonen verbindt al dan niet met gebruikmaking van portamento,  in de ademsteun articuleert, hoge tonen veelal zonder grote druk met kopstem zingt en voortdurend richting geeft aan de melodie. 
  ( Boronat, "The Last Rose of Summer", opname 1904)  
  Latere varianten  van deze articulerings- en kleuringstechnieken zijn ondermeer te vinden bij Elisa Stünzner, Selma Kurz en Hannah Müller: 
    Elisa Stünzner met Des Kindes Gebet van Max Reger; opname d.d. 1927  
 
 Selma Kurz in Marien Wiegenlied (Max Reger) opname d.d. 1923 1924  
Hannah Müller-Rudolph zingt Höre Israel van Mendelssohn; opname 1921 
 
 Wanneer deze technieken toegepast worden op een zuigwindharmonium met double expression geeft dat het volgende: 
  J. S. Bach Das alte Jahr vergangen ist (BWV 614), uitgevoerd op een Mannborgharmonium met double expression  
 Sarabande uit BWV 816 van J.S. Bach uitgevoerd op een Lindholm harmonium met double expression   
	
 
 
Het gebruik van de expressioninrichting bij drukwind is veeleer te vergelijken met de nieuwere zangstijl in diezelfde periode, een stijl die bij bijvoorbeeld  Enrico Caruso en wat later bij Jo Vincent te vinden is. 
 
 
 
Enrico Caruso, Marcella Sembrich, Antonio Scotti, Marcel Journet, Francesco Daddi, en  Barbara Severina in het sextet "Chi Mi Frena" uit 
Donizetti's opera, "Lucia Di Lammermoor". Opname 1908.   ;  
 
Jo Vincent Kwartet met psalm 36; Geloofd zij God met Diepst Ontzag; opname d.d. 1938
 
 
 
 
 Beschrijving instrumenten  
Na deze  korte samenvatting wil ik  doorgaan met  een verdere beschrijving van  het zuigwindharmonium met expression. 
Omdat over dit instrument weinig bekend is, heb ik een oproep gedaan aan lezers  voor toezending van  foto's  van deze instrumenten, serienummers en dispositie.
Naar aanleiding van die oproep zijn enkele reacties ontvangen. Het betreft ondermeer informatie over de inbouw van een expressioninrichting   bij  zuigwindharmoniums
 van de firma Spaethe,  Worcester, Van der Meulen, Lindholm,  Mason & Hamlin,  Hinkel, Mannborg en bij  een pedaalharmonium (zonder firmanaam).
De harmoniums  van Worcester, Van der Meulen, Mason & Hamlin, en het pedaalharmonium worden in een volgende aflevering over  instrumenten besproken.
 
 
Hinkel en Mannborg 
Ik begin de bespreking met twee instrumenten die niet voldoen aan de criteria die ik stel ten aanzien van de expressioninrichting. 
Toch ga ik in op deze instrumenten  als illustratie van hoe  in het begin van de 20ste eeuw het drukwindharmonium zuigwindkarakter krijgt en hoe bij de bouw van het zuigwindharmonium gekeken wordt naar het drukwindinstrument.
Het instrument van  Hinkel   is ogenschijnlijk een zuigwindharmonium met expression. De omvang van het instrument is van F contra tot en  met f3, de deling ligt tussen b0 en c1, de dispositie lijkt op  die van een zuigwindinstrument, 
 voorts is het voorzien van een uitwendige  tremulant en hebben drie van de vier registers een ingebouwde tremulant. De klank lijkt erg op die van een Mannborg,  maar dan iets voller en presenter. Tegenover deze vollere klank staat dat de aanspraak van de tong via het openen van het ventiel en via ademsteun (dus via  expressiontechniek) nauwelijks te variëren is. Ook het verhogen van de ademsteun leidt niet zoals bij enkele Mannborgregisters tot een stralender en intensere klank.
Wat dat betreft lijkt het op de klank van een Schiedmayer zuigwindharmonium met drukwindtongen.
Bij aanblik van de voorkant en de klank zou je denken dat het een zuigwindinstrument is.
 Het is echter een drukwindinstrument met  in klank  en dispositie sterke invloeden vanuit de zuigwindbouw. Het is een mooi voorbeeld van een streven vanaf het begin van de 20ste eeuw om in het drukwindharmonium het zuigwindkarakter op te nemen.  Een  karakter waarbij de toon weker is in de aanzet en minder schreeuwend en luid.  Deze bouwwijze leidt echter niet  tot de mogelijkheid  van  beïnvloeding  van het ontstaan van de toon door de speler zoals bij sommige zuigwindinstrumenten wel het geval is.
  
 
Het tweede instrument is een twee-manualig  harmonium  van de firma Mannborg en  heeft als catalogustitel 'Stil 17'   meegekregen.
 Het is een instrument dat onlangs is opgedoken in Frankrijk.       Ik kreeg het verzoek om dit instrument mee te nemen in deze serie artikelen. 
  Het verzoek was mede erop gebaseerd dat in de artikelen over die Mannborg,  het  harmonium betiteld werd als Kunstharmonium (een term die ondermeer Karg-Elert hanteerde voor instrumenten  met double expression en een specifieke dispositie).  
   Er zijn  Stil 17 harmoniums gebouwd met een gescheiden expressioninrichting. Dit specifieke instrument heeft zo'n inrichting niet.
Het instrument is, los van de algemene kwaliteit, in zoverre interessant dat de dispositie van dit instrument door Mannborg aangepast is aan  Franse eisen.
 De aanpassing betreft vooral de omvang (C - c4, in plaats van F contra tot f3), de deling (tussen e1 en f1 in plaats van tussen b0 en c1) en enkele registers. Het instrument is verder interessant omdat het de titel Kunstharmonium kreeg van de eigenaar  in afwijking van de terminologie van Karg-Elert. Dit laatste komt wel vaker voor,  met name om een instrument aan te prijzen. Over  het begrip kunstharmonium is zoveel verwarring en wordt zo divers gebruikt dat daarom  die term in deze serie artikelen niet gebruikt zal worden.
Eenzelfde instrument, eveneens zonder  een expressioninrichting  maar met een Duitse dispositie en omvang, is te vinden op : 
http://www.kulturgottesdienste.de/harmonien-f%C3%BCr-die-kulturgottesdienste/. 
Aangezien beide instrumenten  niet voorzien zijn van een  (double) expressioninrichting,  zijn   deze instrumenten voor deze serie artikelen niet interessant. 
 
 
Van Mannborg zijn voorts nog enkele instrumenten opgedoken met diskant-expression, een enkel instrument met  een gescheiden expressioninrichting, en enkele instrumenten met double expression.   De harmoniums met double expression zijn allen  van het model Stil 55 en hoofdzakelijk voorzien van Duitse tongen.
De instrumenten met diskant expression  zijn zowel van voor ca. 1911 en dus  met Amerikaanse tongen als van na ca. 1911 met  veelal Duitse tongen en  hebben   4,5 spel met  een  klavieromvang van F contra tot f3.
De instrumenten van voor 1911 zijn in het algemeen  zeldzaam, met name betreft het de Stil 55 instrumenten die pas vanaf ca. 1909 in productie zijn genomen.
Mannborg had  in zijn collectie een groot Konzert-harmonium (Stil 60): een instrument met een uitgebreide dispositie ( meer dan 8-spel), een omvang van Fcontra tot c4, en double expression.  Tot nu toe is van dit model geen exemplaar bekend.
 
 
 
Spaethe 
De firma Spaethe bouwde vanaf  het einde van de 19de eeuw zuigwindharmoniums en piano's  en was vooral werkzaam tot het midden van de twintiger jaren.
Het instrument van dit bedrijf  dat in deze serie van belang is, betreft een harmonium met 7 3/5 spel,  omvang  C - c4, deling b0/c1,  standaard expressioninrichting,
  gebouwd  aan het begin van de 20ste eeuw. Het heeft twee windladen (zie foto voor- en achterzijde). 
In de database van de Harmoniumvereniging is de dispositie van dit instrument te vinden. 
 
 
Lindholm 
In het overzicht bij het eerste artikel over instrumenten   gaf ik aan dat van Lindholm   twee instrumenten met double expression bekend zijn.
 Hieraan kunnen toegevoegd worden een instrument met double expression met de klavieromvang F contra tot en met f3 en een instrument met normaal expression
  en een omvang  F contra tot en met c4. Het  laatste instrument heeft zowel  in de bas als in de diskant een  quint 2 2/3.
 
 
    Overzicht zuigwindharmoniums met expression"